5x speed badmintonshuttles snelle gele badmintonballen voor training & wedstrijdbadminton voor buiten & binnen

De 10 regels voor badminton zijn als volgt:

1. Een spel begint met een muntworp. Wie de worp wint, kan beslissen of hij eerst dient of krijgt of aan welke kant van de plaats hij wil zijn. De kant die de worp verliest, oefent dan de resterende keuze uit.

2. Op geen enkel moment tijdens het spel mag de speler het net met zijn racket of zijn lichaam aanraken.

3. De shuttle mag niet op het racket worden gedragen of tot rust komen.

4. Een speler mag niet over het net grijpen om de shuttle te raken.

5. Een toeslag moet (diagonaal) rechtsboven zijn om geldig te zijn.

6. Tijdens de toeslag mag een speler geen van de lijnen van het speelveld aanraken tot de server de bal slaat. Tijdens de toeslag moet de bal altijd van onder de taille worden geslagen.

7. Een punt wordt aan het puntaantal van een speler toegevoegd als hij een rallye wint.

8. Een speler wint een rally als hij op de shuttle ontmoet en deze de bodem van de tegenstander raakt of als de tegenstander een fout opneemt. De meest voorkomende manier van fout is wanneer een speler de shuttle niet over het net slaat of buiten de speelvelgrens landt.

9. Elke kant kan de shuttle slechts eenmaal slaan voordat hij over het net loopt. Eenmaal geraakt, kan een speler de shuttle niet in een nieuwe beweging of een nieuw schot slaan.

10. De bal die de deken aanraakt, wordt als fout geteld.